VAN VERSTAND EN WILLE. 479 alsze in een voorwerp meer volmaakt heden ontdekt, en dezelve fchielyker befchouwen kan. Dewyl nu de zinlyke gewaarwordin gen eene menigte goeds en kwaads ver- wardelyk voordellenen deeze verwar de voortellingen met eene groote fchie- lykheid gefchieden, zo meent hy, dat dit de oorzaak isdat de verwarde ken nis der zinnen dikwyls de reden doed zwichten, en meer kracht en invloed heeft op het begeerte vermogen, dan de duidelyke kennis der reden. Men had mogen verwachten, dat de Heer petsch, die dit werkje vertaald, en hier en daar met aanmerkingen voor zien heeft, ook zyn gevoelen over dit gedeelte van hetzelve, dat zeker het gewichtigfte is, zou hebben medege deeld. Zou 'er geene bedenking kon- nen op gemaakt worden? Wat my aangaat, ik heb zo veel eerbied voor dien Berlynjchen Wysgeer, die onder zyne Natie een Ster van de eerde groot te is, dat ik meer vermaak heb, zyne fchrandere gedachten en invallen te wee ten dan die te betwisten. Zyn duidelyke begrippen niet altoos het middel, om de kennis levendig en krach-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 515