492 J* W. PARIS OVER 'T VERBAND zal het dan ook zo moeijelyk niet vin den om de beste zyde te kiezen. Die een zwaar hoofd heeft van natuur, is overal zwaarhoofdig; hy kan zich be- denkelykheden maaken en verbeelden, waar geene zwaarigheden zynhy ziet bergenwaar een ander niets dan klee- ne heuvelen ontdekken kan; deze by- zonderheid kan hier ook in geene aan- merkinge koomen. Wil men van Col- lijien fpreeken, of ftrydigheden tusfchen wet en wetpligt en pligtwaare Col- lifien zyn 'er niet, fcnynbaare zyn 'er veeleen die zyn niets anders dan eene Collijie van de reden en zinlyke driften. Men denke echter niet, dat goede ze- delyke hebbelykhedeiv in die fchielyk- heid en kortheid des tyds verkreegen wordenals zyverkreegen zynde, haar Werk verrichten. De zinlyke neigingen driften en hartstochten, vooral, wan- neerze door het lichaamsgeftel eene by- zondere begunftiging vindenhellen fterke hinderpaaien in den wegdie met een lichte hand niet kormen wechgefcho- ven worden. Daar word tydmoeite en werk vereischtom de zinlyke voor- ftellingen, op die wyze, gelykwe te vooren aantoonden, door het verhand te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 528