VRAGE VOOR *T JAAR MDCCLXXH, i<j Zynom aan te ftekenen Lugtom ont- barftingen te verwekken door hare veer- kragtzoo word het raadzel door myn oordeel opgeloscht. Geen fterveling is er, of hy zou op dat pas moeten flapen, droomen of mymeren, op wiens ver-< Hand de verbaastheid en verwonderinge foortgelyken invloedhoewel min of meer duidelykniet hebben zal. Ieder maakt zulke befluiten en trekt zulke ge volgen. Dus is het de Nature zelf, zoo zy niet verhinderd word haren eigen ge- woonen tred te houdendie ons nood zaakt om uit de Waar- en Proefnemin gen gevolgen te trekken ter uitvorfchin- ge van de oorzaken der VerfchynzelenJ Maar Weet men wel (want dat is aan- merkenswaerdigwat doorgaansch de voornaamfte reden iswaarom men na latig word in het oordeelkundig uitvor- fchen der Natuurlyke Oorzaken? Zy fnoet^ gezogt worden by het uitdooven van de kragt der Verwonderinge, wel ke, naar den aard van het menfchelyk gemoed gerekend, waarlyk, zoo niet de eenigeten minften de voornaamfte fpringveer is van het wysgeerig onder zoek. De verwonderinge over een Ver- B 2 fchyn-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 53