VRAGE VOOR 'TJAAR MDCCLXXII. 21 verzuimen der gevolgtrekkingenaan een bedorven hersfengeftel zou kunnen geweten worden; als de Verwonderinge, die de baarmoeder van alle kundigheden is, door al te veel omflags van Waar nemingenen Proefondervindingenbui ten noodzake en zonder vrugt op een geftapeld, uitgebluscht en gedempt word. Een waar Philofooph verwondert zig over alles! Sedert dat hy een kloek moedig opzet nam, om de Natuur al om me ja tot in hare binnekameren en geheimfte fchuilhoeken te befpieden, is er geen fchepzel onder de Zonne meer, dat hy zyner aandagt, zyner opmerk zaamheid onwaerdig fchat. Maar 'tgeen hem inzonderheid verbystert en, als 't ware, in 2yne onderzoekingen ftremt en overbluft, is de ontelbare menigte der voorwerpenhy weet nietwaar hy zig eerst en best op bepalen zal.Even wel het eerdedat hy meent te moeten doen, om die verwarringe te ontwor- ftelenis daar in gelegen, dat hy de Wezens en Verfchynzelen onder foor ten fchikt, en zig dan de gelykflagtige eenigzints op dezelfde wyze vertegen woordigt. Deze is de natuurlyke en B 3 on-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 55