waare gedaante der aarde. 529 Indien men deze tafel met die van den Heer de La Lande pag. 97 vërgelykt, zal men vinden, dat het grootfte verfchil omtrent de poolshoogte van 8o°flegts 3", 4 bedraagt. <5 12. Uit de onderzoekingen, die wy, niet zonder lastigen arbeid, om trent de maans parallaxe voltooid heb ben kan men thans met gerustheid be- fluitendat 'er geene dwaaling van ge wicht uit de overblyvende onzekerheid omtrent de gedaante der aarde voor de de Theorie der maan kan voortfpruiten. Men kan zich dus met gerustheid van de tafelen des Heeren de La Lande be dienen behalven in de allernaauwkeurig- fte rekeningendie de bedekkingen dêr darren door de maanen de taaningen tot voorwerp hebben; in deze behoorde men op onze corredtien der maanbreedte, die anders in onze gewesten by de 5 fee. verfchillenagt te liaanbyzonder wyl men thans zo keurig valt in het berekenen der maanplaatfen. Ook vereischt het verfchil van 4 fee. omtrent de behendige parallaxe eenige bedenking. Indien men een middelgetal tusfehen de tafelen van de La Lande en de myne neemt, zal men, zoo veel mogelyk is, ae waarheid naderen. ir. deel, li twee-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 565