ryk. Want in de voorleden eeuw ging
het 200 grof, dat de Raadsheer sli-
cher (ejkgetuigtdat 'er veele wedu
wen in dien tyd bitterly k beweenden
den dood van haare mans, en de vaders,
in hunnen gryzen ouderdom, hunne
teêrbeminde zoons, die hün door deze
barbaarfche gewoonte ontrukt waren
en men kan zich niet genoeg verwonde
ren vervolgt hyals men uit de hifto-
rien nagaat, wat meenigvuldige fchrik-
kelyke gevolgen hier uit zyn geboren.
De vermaarde volta ire (f) teekent
aandat, in vorige tydenmeer Franfche
Edellieden door de handen van hunne
Landsgenooten gefneuveld zyn, dan in
een bloedigen oorlog. En geen wónder,
wyl oudtyds alle gefchillen, hoe ge
naamd, op deze wyze in dat ryk zoo
wel als elders, beflist werden. De by-
geloovigheid en domheid dier tyden za
gen de uitkoomften dezer gevechten als
eene beflisfing van het Opperwezen zelf
aan. 'tWas den geestelyken zelf niet
geoorloofdzich in rechtsgefchil aan dat
bewys te onttrekkenalleen ftond het
M m 3 hun
DE TWEEGEVECHTEN. 549
Ce) Des Duels(hap. 5 27.
(f) Esfai far Hijloire Gen. Tom. 5 pag. 25.