men iemand voor lafhertig houdevoor een bloodaard uitmake, weigere met eenen te dienen, en voor een eerlyk man te houden hem die geen andere misdaad heeft, dan zich aan de Godde- lykeweereldlyke en natuurwettenge- lyk het een goed Christen en eerlyk bor ger betaamt, onderworpen te hebben? Is 'er iet godloozer, dan dat redelyke fchepfelen in zich verdoven en te niet doen de zelfsbeveiliging, de confervatio [ui ipjiusdie het Opperwezenom zeer wyze en betamelyke redenen, zelfs den redeloozen dieren heeft ingefchapen en den redefyken zoo duur aanbevolen? Is 'er zelfs iet belachlyker? Hy, wien een hoon of fchimp is aangedaan, begeeft zich den volgenden dag in een tweege vecht om zulks te herllellen: gisteren was hy beledigd, heden wordt hy in het tweegevecht gewond, door een fteek met den degen of fchoot uit het piftooldat heet voldoening fatisfaclie gekregen te hebbenen 't gefchil wordt met een glaasje van vriendfchap tusfchen de twee kampvechters afgedronken. Schynt DE TWEEGEVECHTEN. 555 fche Edellieden Frichapel en S-uiekel, in het II deel van jonas h an ways Reizen naar Perziën, en de aanmerkingen van dien Schryyer bl. 150—161.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 593