568 w. schorer over gelukkige tegenftrydigheid van redenka-» veling men hier kan dulden, (om de menfchen niet met la metrie(a) tot enkele machines te maken)in deze Re- publicqwie zou het geloovenwordt ier mand, die wegens een verregaanden hoon, hem buiten reden aangedaan, in een woedenden toorn vervalleneen ander ter neder legt met de gewone doodflraf geftrafd. Ja ik ga verder, is het wel te begrypen dat in een Landwaar van DU MOULiN(b)zegt, dat men zich over en iveêr van kant helptniet zoo zeer uit haat als wel uit welvoeglykheiddat in dat zelfde land de paaien van het modera- men inculpataetutelae, ofzelfsverdediging, zoo eng zyn beperkt, dat die fchier door niemand konnen gehouden worden, en de minde afwyking doorgaans op een fchavot geboet wordt. Dit gaat tot on ze fchande zoo verredat een geleerd Fransch fchryver (c) maar over weinige jaaren zich hier over met reden dus heeft uitgelaten: De Jlrengheid, waarmede men in de Republicq der vereenigde Ne derlanden zulken behandelt die eenen an* de (a) VHomme Machine, (b) De la Paix de Came liv, 5 ch. 4. (C) DE EE AL la /pence du GouUern, Tom. 4. p. 400.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 606