ten niet met den dood behoorde te itraf- fen, maar met eene ftraffe, die eenige groote fchandvlek medebracht; en dit laat zich wel hooren, maar de reeds aan gehaalde plakaaten brengen dat in den volftrektften zin mede: want, by pla- kaat van den 5 Februari 1663, hebben de Staaten van Holland uitdrukkelyk ge wild dat de gefneuvelde zonder eenige lykftatie zoude begraven worden, op boete van 100 Caroli guldens, en het 9. art. van het plakaat van Koning William gaat noch een pas verder, hetgene uit drukkelyk heeft vastgeftelddat de lyken voor eenigen tyd naar willekeur van den Rechter openlyk aan de galg zouden ten toon gehangen worden. Het middel van HOBBEsius (g) zoude my echter wel het meest bevallendat is, dat alle edel lieden en luiden van den degen by hun ne aanjlelling, zouden moeten zweren, dat zy zeiven niemand zouden uitdagen, en gedaagd zynde nooit zullen gaan, en dezen eed wilde ik den Officieren tel kens by het veranderen van bezetting openlyk laten voorlezen en hen het plechtigbezworene te onderhouden, by die gelegenheid, op hun woord van eer la- 572 W. SCHORER OVER (g) Leviathan Cap. 10 pag. 47.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 610