19. Ook waaren de Gefchied- of Chronijkfchrijvers veelfms gewoon, de Paaschtijden in hunne verhaalen te tee kenen met dat bepaalde uitzigtom de kennis der Jaarreekeninge gemakkelijker te maaken. Men zoude wel konnen te genwerpen dat het over 't geheel de gewoonte pleeg te zijn in deeze landen, voor den tijd der Kerkhervorminge, niet alleen van de Paaschtijdenmaar ook van andere dagen en tijden gewag te maaken; om dat men de dagen der maandniet zoo zeer bij }t getal benoem de, als wel naar de Feestdagen (g), en Zoogenaamde Heilige dagenwelke toen gevierd wierden't geen ook zelfs ten opzigt der weeken plaats hadde. En dat men 't noemen van den Paaschdag en Paaschweekook welligt uit die gewoon te zoude konnen afleidenDoch het is zekerdat behalven die gewoontehet noe- 586 A. 'S GRAVEZANDE OVER DEN (gj FEESTDAGEN, en zoogenaamde Heilige dagen. Zoo noemde mendaags voor St. Jandaags na St. JMichielde -week voorvan of na St. JanZOO ook de -week van Pinxteren enz. In de Stads Reeken'tngen •van Middelburgtot zelfs noch in 1574, wordt de verandwoording der Arbeidskanen, aan de Stads Met- fe/aars en Timmerliedenbij weekennaar de Room- fche Heilige en Feestdagen gefteld; 'tgeen ook in .de uittrekfels bij Scriverius, Befchrijving der Graa- ven van Holland bl. 382 en elders voorkoomt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 624