588 A. 'S GRAVEZANDE OVER DEN Bochaute; welke als Leenroerig zijnde van den Bisfchop van Utrecht, den ft ijl van Utrecht moesten volgen. 22. Hoe oud het gebruik van deezen Paasch-Jlijl zij, is mij niet gebleeken; zeker is 't geweest een geruimen tijd voor deXIV. Eeuw, aangezien ftraks 37.) alreeds een bewijs der ajfchaffingein het eerjle jaar dier Eeuwe zal worden gemeld. 23. Doch fommigen (k) hebben den ou- W. te Water, over de Leenroerigheid der vier Am bachten, bl. 17, 18. gefield voor het III. D. van Mr. Kasp. Burmans Utrechtfche Jaarboekenvolgde men aldaar den stijl van Utrechtdie 't jaar begon van den 25 Decemberzoo als J. van de jWater Voorr. voor 't Utr. Plakaatb. aanteekent. (k) sommigen. Ger. van Boon, klimt op, vol gens B. Huydecopcr bij M. Stoke, I. D. bl. 307, tot het jaar 870. en (zoo als mij bericht is) Eccardus Rer. Franc. T. I. p. 565, 566. uit Vredius 111 Sigill. Com. Flandr. reekent noch vroeger, want hij fchrijftdat de Franfihentot het jaar 757, het Burgerlijke jaar van den eerflen Maart begonnen, doch dat wanneer Koning Pipinus', de Rijksdagen, die op den eerften Maart pleegen gehouden te worden, had verlegd, op den eerften Meijhet jaar zelf, toen ook een nieuw beginpunt ont- fing, en wel van het Paaschfeest; 't geen tot den tijd van Karei den IX is gevolgd. Mahillon de Re Diplom L II. C 23. 4. p. 172. getuigt ooh: dat de oude Franfchen onder de Koningen van den Merovingifchen ftatn, van de maand Maart het jaar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 626