594 A. 'S GRAVEfcANDE OVER DEN zen; dat zij den Hof {lij l volgden r of dat zij het tegengcflelde deeden. 31. Wanneer zij den Hofflijl vol* gendezulks uitdrukkelijk aanweczen fchrceven zij achter aan het jaartal in Latijn: Stiïo Curia; of in 't Neder- dtötsch: Stijlë Hoofs, Stijle ''s Hoofs win HOLLAND; oöknaar fchrijvens 'sHóofs van Holland; en korter: naar 'ffihrijven vari"HoM'anden allerkortst rumr Holland»- Terwijl de Graaven fbhreevénnaar den Loop van onzen Hove» -- - :V sbrioii 0. 32. Maar als dit bij wettig gevolg, wordt aangeweezenvindt mén in 'tlaat- fto van 't oude jaar- bijgevoegd de woor den: voor Paafcheii; en in 't begin van 't NieuwejaarPaafchen. (0. 39,(2)). S* 33- Welke laatstgenoemde Bijvoe gingen döor kundigen alleen van den 22 Maart, tot den 25 April wier den bijgevoegd, om dat dezelve voor of na dien tijd niet te pas kwaamen. ven, (u) kundigen. Voorbeelden van Onkunde in deezen, heeft J. van de Water in zijne Voorreden geteekenck ■- 34. Doch dat zij het tegenflelde van den Hofftijl volgden, toonden zij, döor de bijvoegingnaar gemeen fcbrij-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 632