622 A. BONN ONTLEED- EN
genoeg om een voldragen kind in de ge
boorte doortelaten. (p)
De overige ingewanden van den on
derbuik waren welgefteld: en 'er was
geen gebrek aan de nieren ofte pisleiders.
Behalven de hiervoren aangehaalde
overeenkomst met de beide waarnee
mingen van den hooggeleerden Heere
van Doeverenheeft, myn's bedunkens,
dit geval de volgende voornaamfte by-
zonderheden.
1.) Dat de lyderesfe niet op de der
de maand (q); noch ter halver dragt
(r), geftorven is: maar haare zwanger
heid en leven waarfchynlyk tot tüsfchen
de zesde en zevende maand gebracht
heeft.
3.) Dat
CO Ibid. Cap. VII. I. CO Ibid. Cap, VI. 5-
2.) Dat het bekken niet mismaakt (s)
was: en daarenboven de uitgenomene
fchaambeensvereeniging eene aanmerke-
lyke beweeglykheid had, gelyk ik
zulks, omtrent denzelfden tyd deezer
waarneemingin eene andere zwangere
en kort voor den verlosfingstyd geftor-
vene, en in eene, twee dagen na de'
verlosfing overledene, kraamvrouw me
de heb waargenomen.
(p) Ibid. Cap. VII. 6. (q) Ibid. Cap. VI. 7.