VER- 628 A. BONN ONTLEED- EN hulp te wenfchen ware dat door alle vroedvrouwen, in de noodzaakelykheid zyndewierd in het werk gefteldgelyk zulks ten tyde van Roonhuyzen pleeg te gefchieden (a). Het voorfchrift en gebruik van zachte buikzuiverende middelenhet opftuwen vervolgens, van de baarmoeder, naar de holte des buikshet welk als danen door den endeldarm, en door de fchede zal kunnen gefchiedenen eindelyk eene behoorlyke onderfteuning des geheelen onderbuiks, en eene genoegzaame rust der lyderesfe, zullen, by tyds aange wend, in flaat zyn, de uitgefpannene en na de ontlasting faamgevallene blaas, allengskens wederom te doen inkrim- Een; de baarmoeder, binnen den buik erileldbehoorlyk te doen uitzetten, en de vrucht in wasdom en leven te doen voortgaan en toeneementot den natuurlykften tyd eener voorfpoedige verlosfing. (a) Zie H. van Feonhu)zenIlcclkonllige Aanmer kingen II. deel bl. 175. w.--

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 666