<548 J. W. TE WATER OVER HET
den omtrek der fteden, ter onderzoe-
kinge overgaf aan de Akademie der we-
tenfchappen te Dijon, nam zy het be-
fluit, om dit betoog, 't welk aan alle
vooroordeelen een beftendig ftilzwygen
kon opleggen, te zenden aan den Bis-
fchopden Procureur Generaal en den
Syndicus der ftadmet vertoog aan de-
Zelvendat de Akademie geoordeeld
hadde in haare verplichtingen aan 't va
derland te kort te zullen fchieten, in
dien zy hun niet bekend maakte haare
wyzevan denken over een misbruik, 't
gene het algemeen welzyn zoo wezen-
lyk betrof (f). Hoedanig de uitflag hier
van geweest zy, is my tot nu onbekendj
maar ik wenfche met dien geleerden
Schryver, dat hy het gevaar der oude
gewoonte niet vruchteloos zal hebben
aangewezenen dat het ophouden daar
yan aan zyne vaderlandlievende bedoe
lingen zal beantwoorden.Maar ik
mag vooral niet vergetendat de Kei
zerin Koningin Maria Therefiabyzon-
der ook op raad van den grooten van
Swieten, ten jaare 1773, haare gedach
ten heeft laten vallen op het begraven
(f) Ex trait des Registres de Aeaddnie des Spexces,
'Arts Belles-Lettres de Dijen du ic> Mars 1773.