34 J. VAN iperen ANTWOORD OP de
gen en middelen om de onpeilbare af
gronden der Nature op te delvenen 't
geen tot nog toe onzigtbaar gebleven
was, ware 'tmogelyk, voor het oog der
wyzen bloot te leggen. Op dien voet
trok men doorgaansch zeer gelukkige
gevolgen uit de reeds gemaakte Waar
nemingen en Proefondervindingenter
uitvorfchinge van de toen nog onbeken
de oorzaken der Verfchynzelenin de
Befpiegelende Geneeskundein welker be-
vorderinge het Menfchelyk Geflagt een
zeer groot belang moet ftellen.
Wat de Befpiegelende Natuurkunde
of, gelyk ik die liever noeme, de Na
tuurkundige Wysgeerte (daar het, by
het oplosfchen der Voorgeftelde Vrage,
meest op aankoomt) in het byzonder
aanbetreft; deze heeft, by defGevolg-
trekkinge, ongemeen veel velds gewon
nen en groote fchatten aangewoekerd.
'sgravezande, desaguliers, mus-
schenbroek, leibnitz, mauper-
tuisde eulers, vader en zoon, en
menige andere Wiskunftenaarshoe
zeer zy zig ook tegen het voorbarig en
onvoorzigtig Gevolgtrekken der Inbeel-
dingskragt verzet hebben en aangekant;
nai