begraven in de kerken. 661 van een oud en fchadelyk gebruik gee- nen tegenftand bieden. Dit mag men, ten minden, billyk van hun verwach ten,Van de zyde der Godgeleer den zal men, zoo ik wenfche, voor geene tegenflribbelinge te vreezen heb ben. Zy zyn vyanden van bygeloovig- heid en verkondigers der waare men- fchenliefde. Dit beide behoort ook hier doorteftralen. Waarom zouden zy zich laten befchamen door de Roomschge- zinde Godgeleerden in Italien, Vrank- ryk en Duitschland? Het gezag van voornaame mannen pleegt, doorgaans, meer invloeds op de harten der men- fchen te hebben, dan de bondigfte re dekavelingen; om welke reden alleen, ik den Proteilanten te binnen brenge den nadrukkelyken raad, hun door den grooten kerkhervormer luther gege ven (t)om de geftorvenen niet langer binnen de fteden te begraven; en de zinryke woorden van den geachten ri- vetüs (u), die, fprekende van 't be graven der lyken in de heden en ker ken zich dus uitlaatGaarne zag ik T t 3 dat (u) ln Gt/itfl fap. XLVli E-xtrcjiat. 172. (O Tom. IIJ O ter. Jencns. fag. 389, apuj hot* m a n m dm i. c. ƒ>;/-. 73yó.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 699