VRAGE VOOR 'TJAAR MDCCLXXII. 35 namen egter de Waarnemingen en Proef- ondervindingen, die zy gemaakt von den, voor Grondbeginzelen aan, waar op zy hunne Geometrifche en Algebraï-» fcbe Berekeningen bepaalden: om zoo, gemakshalvende Natuuronderzoekers gevolgen te leeren trekken ter vastilel- linge van Algemeene Wetten en Rege len welke men de Nature zelve zag in agt nemen. Alle de deelen der zoogenaam de Mathejis Mixta) Gemengde Wis kunde kunnen daar voorbeelden over vloedig van aan de hand doenen inzon derheid de MechanicaWerktuigkunde: die ook wederom, op hare beurt, onge- meene voordeelen aan de Natuuronder zoekers belooft; voor zoo verre zy al toos het gebrekkige hunner befpiegelin- gen en overdenkingen met nedrigheid erkennen en belydenimmers zoo lange zy nog de Werktuigelyke Oorzaken der Verfchynzelenmitsgaders de magt en vorm harer Werktuigelyke Gewrog- ten niet eenigzints opfpeurenof ten minften met eenige zekerheid bemerken dat zy, in het uitvinden derzelve, al- lengskens nader en nader komen. Wel is waar, (wy ontveinzen dit niet) C 2 DES-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 69