666 J. W. TE WATER OVER HET best, die naby de kerkhoven in volkry- ke fteden wonen. Wyders konden op een ftuk lands eenige begraafplaatfen gefchikt worden voor meer of min aan- zienlykenom dus de zwakheid der menfchen noch een weinig te gemoet te komenfchoon anders de eer niemand •nadaalt in het graf. Elk burger is verplichtalle billyke wettendoor de Overheden afgekondigd, vol vaardig te gehoorzaamen. Niets zal hem daar toe fterker opfpooren, dan 't voorbeeld der aanzienlykfte en meest geachte lieden. Wanneer dezen voorgaan, zullen de anderen fpoedig volgen, en het begra ven der lyken buiten de fteden en ker ken zal, in korten tyd, zonder oproer, algemeen worden goedgekeurd.— Wat aanbelangt de inkomften der kerken, dezelve behoeven niet te verminderen, ik laat ftaan optehoudenfchoon het begraven in dezelve een einde nam. Het ophangen van wapenborden binnen de kerken kon in gebruik biyvenen daar enboven aan elk de vryheid gelaten wor den, orri naar zyn goedvinden eenige eer- en gedenkteekenen op te richten boven de graven, onder voorwaarde van daar voor zekere geldfomme op.e- bren-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 704