42 j. van iperen antwoord op de der die zyn, der Schranderheid een vuur en eene drift by, die noit wordt uit- gebluschtmaar door de Voorzigtigheid en Bedagtzaamheid moet beteugeld en beftuurd worden. Weg met alle die wysneuzen, welke eenen Philofooph zouden willen dwingen, om eene der beste en levendiglle kragten van zyne ziele te verminken, of te ontzenuwen! De Heer CARRARD, wiens Verhan deling over de Kunst van Waarnemen onlangs den Gulden Eerenpryste Haar lem heeft weggedragengeeft hier en daar duidelyke bewyzen opvan de on genoegzaamheid der Proef- en Waarne mingen ten zy er zig de Redeneerkun de op vestige, om er Gevolgen uit te halen, ter uitvorfchinge der Oorzaken en ter aanwyzinge van Wegen, welke de wyze Natuurof liever het Oneindig Vernuft van den Schepper inflaat, in het verwekken van vele gelykfoortige Verfchynzelen. Wy zullen er een en kel voorbeeld hier van aanvoeren, en niet meer, om dat het Gekroond Ant woord van den Heer carrard in ie ders handen is. De Heer ferrein, zegt hy, willende het beft aan vastftellen der

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 76