vrage voor t jaar mdcclx^ii, 43 der WaterjlagaderenV geen de groote boerhave gegist hadzonder het te kun nen bewyzendachtdatzoo zy werkelyk bejlondenhy zulks gemakkelykst zou kun- 72,?/2 toonen op de Uvea«tfdr het zwart trekt, en hy flaagde inderdaad, naar wensch Dit bevestigtzoo vaart hy voort géwz wy reeds gezegd hebbendat men zig wel wagten moetvan het bejlaan van ze kere deelen of vatendie men reden heeft om te gisfendat er zyn, te loochenen zoo dra men ze niet heeft kunnen ontdekkên* Vervolgens (want ik voele, dat deze Verhandelinge onder de hand te wyd- loopig zou worden) indien het altoos het voornaam doelwit van eenen Wysgeer zyn moet, zal hem die eertitel pasfen, om de aaneenfchakelinge der Oorzaken en Gewrogten uit te vindenter ver- heerlykinge van de Wysheid des Hemel- fchen Kunftenaars; zoo is het ook dien zelfden Wysgeer niet geoorloofd, by de Waar- en Proefnemingen, die reeds gemaakt zynte berusten neenhy is verpligt verder door te denken, vooral dan, wanneer er hem de Waarnemin gen en Proefondervindingen genoegza me gelegenheid toe verfchaffenen hy

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1775 | | pagina 77