VRAGE VOOR 'T JAAR MDCCLXXU. 55
Ruk voor tegenwoordig niet te bekom
meren aangezien een oppervlakkig
naamwysgeer glad en gaar buiten daat
is, en onbekwaam, om de gemaakte
Waarnemingen en Proefondervindin
gen welke hy niet kentof naar te doen
of, by het Gevolgtrekkente baat te ne
men. Want het Genootfchap fchynt
my toe, zeer wel te begrypen, dat hy,
die tot het uitvorsfchen van de nog on
bekende Oorzaken der Verfchynzelen
zal overgaanvooraf ten minden de Hi-
dorie van alle de reeds gemaakte en her
haalde Waar- en Proefnemingen zig
moet kunnen vertegenwoordigenmet
een dubbel oogmerk; en om te zien,
hoe verre men 't in de in de verklaringe
van dit of dat Verichynzel, voor hem,
reeds gebragt had; en teffens, op dat
hy zelf geene vergeeffche moeite doe,
maar liever den korden en gemakkelyk-
den weg inflaa, om, uit den voorraad
van reeds gedane ontdekkingen en Ge
volgtrekkingen uit dezelve wettig afge
leid is het noodig en doenelyk, verde
re Gevolgen te halen, ter verbeteringe
der Natuurbefchouwinge.
Een voornaam voorbeeld zal ligt over
deze myne aanmerkinge kunnen ver-
D 4 fprêi-