36 J. ERMERINS OVER SOMMIGE zig verzettedenen in een bondige memo rie de fchadelykheid beweerden, die voor de Vereenigde Provinciën hier in lag opgefloten. Ook gefchiedde 't niet; dit land bleef beverscht afgefcheiden van het vaste land van Vlaanderen door de zwaare kreek van Kieidrecht of Saaf- tingen die in 't jaar 1570, den Doel, St. Anna en Keetenisfe reeds tot een ei land gemaakt hadt. Ten jaare 1649, en dus aanftonds na 't fluiten der Munfterfche Vrede, ver leende de Koning van Spaingien odtroy tot het bedyken van Calioo; daaronder ook begrypende den Polder van den DoelSt. Anna en Keetenisfevoor zoo veele als dezelve raken en toebehooren aan de Heerlykheid en Jurisdictie van Callooen Kieldrecht. Welke bedyking dan den tegenwoordigen Polder van Calioo heeft voortgebrachtwaar door de kreek van Kieldrecht gefloten is, en het land van Beveren tot aan de Schelde weder famen is vereenigd geworden. Geduurende dengeheelen Spaanfchen oorlog, is dit Doelfche eiland, als een eigendom van den Staat, aangemerkt dit was door een meenigte actens te be- wyzen; en wanneer ten jaare 1649, de Ge-,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 110