Gereformeerde ingezetenen alhierover het niet onderhouden der Paufelyke vier- dagen gekweld wierden, namen de Hee- ren Staaten van Zeeland deswegen een hertig belluit, zeggende dat de Souve- raine mast van het eiland van den Doel aan den Staat behoord, zynde het gat van de Peerl voor onze Limietfcheiding altoos gehouden (e), en de Heer Vcth, Secre taris der Staaten van Zeelandheeft ten jaare 1652, in 't breede gededuceerd, het Recht van opperfle gezag, dat dezen Staat toebehoord over de forten en onder- hoor ige dijlritfen van LilloLiefkenshoek en den Doel. Dit alles verviel, wan neer den 20 September 1664, gefloten wierdt het bekende Tra&aat van Li mietfcheiding waar by het geheele Dorp van Kieldrecht met zyn Toren ofte Kerk gelyk mede het land van den Doel en Kee- tenisfe is overgelaten aan den Koning van Spaengien, doch Liefkenshoek met 150 roeden rondom hetzelve aan de land- zyde, afgeftaan bleef aan den Staat (f). Zeeland verzette zig hier tegen; dan het hielp nietmen zag te laat de na- C 3 dee- PLAATSEN AAN DE SCHELDE. 37 (e) Verhand, over eenige vragen rakende den Doel. MS. (O AITZEMA V. D. bl. 308.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 111