02 J. ERMERINS OVER SOMMIGE diepe gracht, daar het de Zeeuwen uit haalden en te Vlisfingen opbragten. In Oftober 1583, wanneer Vlaanderen naar de zyde van Parma begon te hellen en die der Staaten ftond af te vallenwer den onder anderen, van wegens 't Hoofd- Collegie des lands van Waas, gedepu teerden aan den Prins tot Eeckelo ge zonden onder welken ook de gedeputeer den van Saftingen warenen den eerften November floten zy met den Prins van Parma, binnen Eeckelo, hun accoord, waarby tot de kosten des oorlogs enz. Saftingen belooft, vier maanden geduu- rende te zullen betalen vier honderd guldens (f). Naar allen fchyn is, na de Munfter- fche Vrede in 't jaar 1648, een gedeelte van het land van Saftingenen wel dat gene't welk het Luys geheten wierdt ingedykten door den vloed van 't jaar 1682 op nieuws ondergeloopenen fe- dert met de Zee gemeen gebleven. Al thans heden is van deze geheele land- ftreek niets over, dan een vuurbaken ftaande op den uiterften hoek van Saftin gen op eene hoogtewelke een overblyf- fel de jonghe Gendfche Gefchiedenisfen II D. bl. 339 en 345.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 136