66 E. P. SWAGERMAN OVER
zullen zy, die de Heelkonst dagelyks
oeffenen, denk ik, my gereedelyk toe-
ftaan. Want deeze zo gering fchynen-
de gebreken, welken, dikwils, ook
door ons zelfs als zodanige worden aan
gemerkt, maaken, ter oorzaake hunner
traage en fomtyds vry moeielyke Ge-
neezingen derzelver Lyderen verdrie
tig, en baanen daar door den weg tot
minachting voor hunnen Heelmeester:
dit is zoowaar, dat ik met lecdweezen
moet zeggen, meermaalen gehoord te
hebben, dat de braafite Lieden, zo wel
Genees- als Heelkundigen, in dusdani
ge kleinighedenten uiterften verag-
telyk werden voorgellelddaar zy nog-
thans, om hunne bekwaame handelwy-
ze in de herftelling der zwaarwigtigfte
gebreken, met alle billykheid, den
grootften lof verworven hadden.
'tïs door eene foortgelyke kleinigheid,
dat ik ondervonden hebdatalles aan
te wenden't welk ter verbeetering on
zer kundigheden ftrekken kande eeni-
ge weg is om dergelyke verdrietelykhe-
den te boven te komen: want zig voor
allen blaam te willen hoeden, is eene
vrugtelooze pooging. Het zy genoeg,
indien wy maarop de gepastfte gron-