70 E. P. SWAGERMAN OVER zelve zo diep, als hy gevoeglyk oor deelde, v/eg te fnyden; doch dat de hergroeijing van het eelt onmiddelyk de geneezing gevolgd was. Maar eindelyk, dat, kort daar na, een Duitsch Heel meester, daar by geval gekomen zyn- de, de geneezing ondernomen hadt, door de eekachtige ftoffe dagelyks met een geel vogt te beftryken na deeze bewerking, werd door hem, de ftof fe welke zig geftadig opwierpvan tyd tot tyd met een mesje afgefchrapten het gevolg daar van was geweest, dat, het gemelde opwerpfel allengs ver minderende, de daar onder gelegen huid, zig ten laatften glad en effen ver toonde, zonder iet der gemelde ftoffe meer voort te brengen: ook, dat diege- heele behandeling, aan den Lyder, geen de minfte pyn veroorzaakt hadt. Ik wil gaarne bekennen dat dit ver haal myne nieuwsgierigheid gaande maakte, inzonderheid toen ik den vin ger glad en ongefchonden zag. Myn be- lluit daar omtrent was, dat het gebruik te geeie vogt fcherpte genoeg bezitten moestom zodanige eene ftoffe te ver nietigen maar ik kon geenlins denken, dat hetzelve, ter oorzaake van zyne

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 144