Diapalmpleistertje overheen, 's Ande rendaags was het gebrek reeds vermin derd, en met een wit korstje overdekt, maar het plukfel door de drooging fterk aangekleefd; alles nogthans zonder de minde ontfteeking. Om dees zo fterke drooging te voorkomenlag ik by het volgende verband, over de wiek, met Spiritus doordrongeneen ander met JDigeftief befmeerd. Deeze handelwyze beantwoordde volkomen aan myne ver- wagting: en dagelyks dus voortgaande, was de Lyder den veertienden dag ge- neezen. Den 15. December van hetzelfde jaar, geroepen zynde by eene jonge Juffrouw, vond ik, daar komende, haar Hand palm naby de Muis bezet met die foort van Wrat, welke Myrmeeia geheeten wordt (b). Deeze Wrat hadt in den omtrek de grootte van eene grauwe Erwt, was rond, doch niet heel verhe ven, maar eeltachtig hard, veroorzaa- kende by de geringde drukking veel E 5 pyn. DEN SPIRITUS SA LIS MARINI. 73 TWEEDE GE VA Z. O) CELSUS Lib. 5, Cap. 28.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 147