XII 1323, had Graaf Willem aan die van Mid delburg twee onderfcheïdcne Jaar markten toe- geftaan en 'er eenige groote voorrechten aan vastgehecht (g). En om meer andere voor beelden te verzvvygen deze ftad (Vlisfln- gen) verkreeg van Hertog Albrecht, die, na de krankzinnigheid van zynen broeder Graai' Willem den V, tot Ruwaard van deze lan den was aangefteld, in die hoedanigheid, en vervolgens met de Graaflyke waardigheid bekleed zynde, uinemende blyken van zyne toegenegenheid: Ely vergunde aan dezelve, om meenige trouwe dienften aan zynen broeder gedaan, eene vrye Jaarmarkt, in gaande op St. Simons en Judas dag, en vier dagen duurende, met alle rechten en vryhe- den, welke de andere lieden in Walcheren had den, volgens zynen brief van den 12 April 1368 (h). Na dat de Graaflyke Regeering een einde nam hebben de Staatenals de hooge en wetti ge Overheden, dit recht aan zich genomen en geoeffend, en uit dien hoofde, ten jaare 1630, aan den Msgiftraat van Leiden op deszelfs verzoektoegeftaan den työ hunner Jaarmarkt te verfchikken (i). Noch over niet veele jaaren hebben de Staaten dezer Provintie ge toond dit recht in hunnen boezem te heb ben, door op den 3 July van lïet jaar 1747 de Regeering van Middelburg, en op" dec 10 Ju ly fh) Dezelve III d. bl. 224. j. w. te water. Inhul diging van Prins willek den V. A°. 1776. bl. 7. (ij öRLERsbefchry ving van Leiden bl. tóy.. Cg) van mieris Chart. II deel bl. 31Ó.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 14