96 E. P. SWAGERMAN OVER op enkele plaatsjes, een ligte ontvelling,, doch was, voor 't overige, van geen kwaad gevolg. Staande de geneezinge werd de geheele vlakte des gezwels,met een dun witachtig korstje als overdekt, welk van tyd tot tyd, by verdunning en vermindering kleiner wordendeten laatflen, na verloop van byna een jaar, eene gaave huid onder zig vertoonde: welke traage geneezing ik gevoeglyk, aan de geduurige bevogtiging der Pis, meen te mogen toefcnryven. Deeze welgelukte handelwyze hadt ten gevolge, een tweeden aanleg van hetzelfde middel in een ander voorwerp. By een Kindruim een jaar oud hadt men na de geboorte een foortge- lyk vleesch-gezwel ontdektzynde rood van kleur, en geplaatst aan de regter flaap des hoofds welk van een zeer klein beginfel, tot de grootte eener groote kars, maar platter van gedaante, was aangegroeid. Hetzelfde middel werd, °p gelyke wyzeals in het voorgaande geval aangelegd. Na verloop van wei nige dagen werd deszelfs kieur, van zeer TIENDE G E VA L,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 170