122 e. p. swagerman over Middelen fomtyds gedaagd hebis my ook wel de mislukking ten deel geval len. Wat de eerste deezer laatstge noemde ziekten betreft, daar dezelve zagte oplosmiddelen vereischt, vordert de laatste in tegendeelof flymachtige of zagte faamentrekkendeook wel die beiden vereenigd. In den jaare 1761. daagde ik by eene Vrouw van omtrent 50. jaaren, zeer ge lukkig met de geneezinge dier Keelziek te, ons door den beroemde van swie- ten medegedeeld (o)door haar de keel geduurende eenige dagen, met den Spiritus Salis Marinimet roozen honig vermengd verfcheiden maaien daags te doen beftryken. Deeze wyze van behandeling (te wee ten hetpenceelen) is wel de beste, maar niet altoos doenlyk; om die reden laat ik dikwils den meergemelden Geest met honig of fyroop gemengd zynde, met water vermengen en als gorgeldrank of mondfpoeling gebruiken. (o) Kort begrip der Leger Ziektenbl. 7. Amit. 1760. VTFT1ENDE GE VA L, ZES'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 196