X2Ö E. P. SWAGERMAN OVER hier ter plaatfe, in de onberispelykfte voorwerpen, meermaalen is van nut ge weest) terwyl ik de overige naby gele gen deelen met witten wyn deed ftooven; maar, en de ontfteeking en de hardheid namen toe, en de zweer vergrootte. Hierom dekte ik den 3. November de zweer met Mel Rofar urnwaar onder eenige droppelen van den meergemel- den Geest vermengd waren. Den 5. was de zweer reeds merkelyk ingekrom pen en droogerterwyl het veritorvene door eene zagte verettering verfmolt; en dus, voortgaande, was het Kind den 13. November geneezen. In de maand July van 't jaar 1766,, werd myne hulpe verzogt by een Man van 60. jaaren ouddie van eene grove en volbloedige gefteldheid en gewoon was aan een geduurig gebruik van wyn en andere geestryke dranken. Het Been deezes Lyders vond ik aan den onder kant der kuit bezet met eene hevig rot tende en geftadig bloedende zweer, ter grootte eener matige handpalm. De bloeding deezer zweer, om welke ik voor- NEEGENT1ENDE GE VJ L,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 200