den spiritus salis marini. 12 7 voornaamelyk geroepen was, wyl dit ongemak reeds veele jaaren hadt ge duurd, oordeelde ik uit de hevigheid der rotting voort te komen. Om deeze dan te keer te gaan, nam ik de toe- vlugt tot een ruim gebruik der gepoe derde jMyrrha bezorgende de zweer verder met droog plukfel en een fluitend verband; doch flaagde daar mede niet. Vervolgens beftrooide ik de zweer met 't Alum. Crud.met de Gum Arabicum bedeeld en tot een poeder gebragt; maar, dit mede niet voldoende, verwisfelde ik hetzelve voor de fyn gewreeven Terra Japon: maar in weerwil van alle deeze bleef de bloeding, alfchoon dezelve wei niet vermeerderde, echter aanhouden, waar door het bederf ook geenzins ver minderde, Hierom befloot ik de Tinc tuur en de plaats te doen vervullen van de eerstgenoemde Middelen. De Tinc tuur Aloes Myrrha voldeed niet aan de verwagtingen de Tinctuur Angelica met de Mei Chelidon: flaagde niet veel beeter: doch my te binnen brengende, dat de Heer pbingle, in zyne proeven over de verrottingzeer veel voordeels gehad hadt in het gebruik van 't aftrek- fel der Kamille Bloemen, deed ik my eene

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 201