DEN SPIRITUS SALIS MARINI. 137
werd my, door een bejaard Heer, de
geneezing verzogt eener Polypus, zit
tende in de rechter neusholte. Deeze
was zo langdat ze maar even binnen
de uitwendige opening der neus bepaald
bleef; en dus byna gelyk met den rand
der neus-vleugel. Dit gebrek, wyl de
neus vry lang en ruim was, hadt aan
den onder*- kant de dikte van den top
eens kleinen mans duim; en, fchoon
dezelve naar boven verfmalde, behieldt
echter de deel eene dikte, welke gelyk
Hond, met het uiteinde eener midden-
baare pink: drekkende, zo als nader
hand gebleeken is, zig uit tot aan 't Os
Spongiofum lnferius, waar door ik toen
derzelver einde met het oog niet kon be
reiken. De kleur deezer Polypus was
bleek geel, enhaare zelfdandigheidflym
bevattende.
Omtrent de oorzaak des gebreks wist
de Lyder niets anders, dan dat hy fe-
dert ruim 15. jaaren, na eene gevatte
koude, aanhoudende verdopt en in zy-
ne reuk gebrekkig was geweest: maar
wat den tegenwoordigen daat zyns on-
gemaks betrof, hetzelve hadt zig toen,
federt ruim zes weekeneerst kennelyk
ontdekt.
I 5 Ik