140 E. P. SWAGERMAN OVER
daar van eenig ander ongemak gehadt
heeft, dan een enkele maal te moeten
niezen.
Het goed gevolg zyner geneezinge,
bragt my in de nieuwsgierigheid, om
by mynen Lyder, door het neemen ee-
ner foortgelyke proeve, insgelyks de
uitroeijing des gebreks te onderdaan.
Hier mede maakte ik een aanvang den
27. January 1770, en deed het lighaam
van de Polypuszo verre mogelyk was,
eenmaal daags door een penceel met
deezen geest beftryken. Onmiddelyk
na de beftryking, welke ik in den eer
den tyd zelf verrigttewerd het ge
brek door de fcherpte van het Middel,
met een witte korst als overtoogen
doch in weerwil van dat verfchynfel,
leed de Lyder daar door niets an
ders dan eene ligte traaning der 00-
gen. Na iedere beftryking werd de neus
met fyn plukfel gevulden dus voort
gaande kwamen 'er van tyd tot tyddoor
het fnuiten van de neuskleine gedeel
ten der gemaakte bekorstinge te voor-
fchynna welker affcheidinge het lig
haam Polypus z\g telkens rood en on-
befchaadigd vertoonde. In diervoegen
verminderde dezelve aliengskensdoch