142 E. P. SWAGERMAN OVER Den 20. werd ik 's avonds by den Ly- der ontboodenen daar gekomen zyn- devertoonde hy myin een tinnen wa terpot, naar gisfmg vyf Uncen dik en gezond bloedwelk zig door de regter opening der neus ontlast hadtmy te vens vragende, of deze bloeding wel door zyn ongemak ontdaan konde van deeze gedagten bragt ik hem af, met te zeggen, dat zyne volbloedigheid veel eer van een dergelyke ontlasting te be- fchuldigen was, om reden dat hy zeide, dien dag eene ongewoone zwaarte in het hoofd gevoeld te hebben: ook was de bloeding reeds geëindigd eer ik kwam en is niet weer te voorfchyn gekomen. Den 26 verwisfelde ik het gebruik der Digestiej voor witten wynen zag toen by nader onderzoek, dat de Polypus reeds tot hoog in de neus was opge krompen, ter plaatfe van den grond der neus- kuilzynde die verhevenheidde welke men overgaat om in de keel te ko men. Ik zegge opgekrompenwyl ik na de fcheidingeder meergemelde be- korstingen, de Polypus nimmer anders dan met eene gelyke en ongefchonden vlakte gevonden had: een bewys der- halven, dat, in dit geval, iet anders ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 216