GENEZENE HOOFDWONDEN. 155
bevestigde hier myn voorgemelde op
merking ten vollen. Het was aanftonds
als of door deze bloeds ontlasting uit
het hoofddes Lyders levendige werkin
gen meerder wierdenmaar de groote
bloeding der zagte deelen, was hinder-
lyk aan een naauwkeurig onderzoek.
Het was dan daaromdat men befloot,
zich met het reeds gedaane voor ditmaal
te vergenoegenik verbond den Lyder
met de vleeschlappen door droog pluk-
fel te verwyderenen de wond met het
zelve te vullen't welk ik met de com-
presfen alles verzekerde, door het groo
te hoofddekfel.
Uen volgenden nagt bragt hy zeer on
rustig door, hy greep geftadig na de be
ledigde zyde, en zou dikwils het ver
band hebben afgetrokken waren de op-
pasfers niet op hunne hoede geweesthet
braken verminderdeen eenigen drank
hem toegediend had hy gedronken. Den
volgenden morgen tot een nader onder
zoek beftemdweekte ik met laauw wa
ter het verband los. Hy was onder de
ze behandeling woelig, 't geen te weeg
bragtdat het zo voorzigdg niet konde
afgenomen worden, zonder op nieuw
bloed te ftortenook vondt men noodig
om