156 G. GREEVE OVER
om de infrryding langs de fcheur van 't
os Front is noch wat te verlengen'tgeen
ik op een gefleufde fonde deed: het
been eischte ook nog meerder ontbloo
ting aan den beneden kant, 't geen hoe
gemakkelyk zulks ook van boven te doen
was, hier, om de Fimbria van den Mus-
cuius Temporaliseen zeer moeilyke be
werking was: ik moest het gedeeltelyk
door een mes fcheiden, en affchrappen;
inmiddels bragt ik dit verband alles in
dien (laat, dat men by het volgende ge
makkelyk de Trepaanzo zulks ver-
eischt wierd, Hellen kon, en voor dit
maal my met het reeds gedane verge
noegende verbond ik mede als den vo-
rigen avondik voorzag my voor het
avond verband, van alle het noodige wat
tot de Trepanatio vereischt mogt wor
den.
Tot het avond verband, het geen om
7 uuren beftemd was, was des lyders
toefland gebleven als te voorengevende
alsnoch de allerminfle kenteekenen niet
van een bepaalde bewustheidik weekte
het verband weder los, en nam het voor-
zigtig af. De min bloedigheid der wond
toonde de gefteldheid van 't been be
ter als te voorenmen zag dat het os Fr on-
tis