ï66 G. greeve over ler, over de beweging der herfenen, over- eenkomftig met de ademhalingzo zigt- baar, dat dit enkele geval in ftaat was, (om dat men 't zo veel dagen aan den anderen konde zien alle twyfel des aan gaande te beflisfen: hy hieldt veeltyds onder het verbinden, als ik het plaatje afnam, den adem in, dan waren de herfenen en dura mater zeer laag, en ik had moeite om den etter af te vagen: wanneer hy fchreeuwde, vervulde het hoofd zodanig, dat de etter met golfjes uitdroomdewanneer hy matig uit ademde, zag men zeer duidelyk(behal ve de geduurige klopping der flagader- lyke vaten in de dura materdoor de beweging der herfenen het hoofd volder worden, maar wierd niet geheel gevuld: dit gebeurde alleen als hy fterk fchreeuw de integendeel zakte alles weder zeer laagals hy den adem lang inhieldt. Dik- wils gebeurde het ook datzo ras het hoofd van 't verband ontbloot was, hy een onlydelyke pyn gevoelde in de kie zen 5t geen meest na een kwartier uurs weer bedaardedoch hem fomtyds ook wel veel langer bybleef. De buiten heenfchors van 't Cranium $ie zeer lang droog bleef, begon nu hief

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 240