GENEZENE HOOFDWONDEN. l6j hier en daar eenige papillen op te fchie- teninzonderheid uit de randenen de dara mater had zeer zichtbare vleesch- heuveltjes reeds gemaaktwanneer men op den 23. July gewaar wierd, dat de buitenfchors van 't Cranium zich be- weeglyk vertoonde, en den tweeden dag daarna was 'er een gedeelte zo los geworden, dat ik het zonder enige moeite kon afnemenen den daar aan vol genden dag de rest van den geheelen bo venrand, en ook van de punten van het gefpleten voorhoofds been, in zo verre het niet gedekt ware door de bekleed- felen: want het gene noch met de be- kleedfelen was gedekt gebleven, is zon der eenig toeval nog exjolïatie verenigd. Na de exfoliatie van het beengebruik te ik het plaatje niet meer; want hoe zeer het aan 't oogmerk voldaan had, zoude het nu een fchadelyk lichaam zyn gewordenen de osjificatie van het been hebben gehinderd. De plaats van hetzelve vervulde ik door een groote wieken 't overige van de wond dekte ik op dezelfde wys. De randen van de beenwond en de oppervlakte van 't been waren fpoedig met een zuiver rood vleesch bezet. Ik hebhoe naauwkeu- L 4 ng

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 241