te vinden? ik twyffele grootelyks daar aan, en geloove, dat de meeste winkeliers in de Sreden my in deze twyffeling bevestigen zouden. 't ls waarde kermisfen lokken veel volk naar de Steden, alle monden moeten eeten, dit geeft vertier van levensmiddelen; maar wie worden daar meest by bevoordeelden beeft de vermeerdering van den prys der le vensmiddelen, die het meerder vertier maakt, geen invloed op de daaglykfche uitgaaf der inwonende burgeren is dat meerder vertier ook wel zoo aanmerkelyk, konnen wy dat uit het zien van een marktkraamers maaltyd opmaken Doch toegeftaan zynde dat dit vertier voordeelig zydan zal het ook mogelyk wel het eenigst voordeel zyn, dat de kermisfen aanbrengen; en voor zoo veel my aangaat, zoude ik dezelvezoo als die nu zyneer fchadelyk en nadeelig dan nuttig en voordee lig keuren. ik merkte te voren aan dat zy haaren oor- fprong uit eene Godsdienstige plechtigheid hebbenen hoewel die enkel bygeloovig was ,zop men dus de kermisfen niet kwaad in h&.fgp porfprong konnen noemenen derhal- ven hopendat zy door lengte van tyd zouden kviftöen verbeterd worden. Doch ik geloove dat die tyd ver af isen die hope flaauwe gronden heeftnu 'er van die kerkmisfen niets is overgebleven dan de verbastering van die maaltydenwelke in die eerfte tydenmet vro- Jykheid en Godsdienst, gehouden werden maar XXII

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 24