178 G. GREEVE OVER hield aan zyn ander eindeik ligtte het open brak het af, en na 't weg ge nomen te hebbenverbond ik als voo- ren; de lyder loosde zyn water willig, doch tot noch toe had hy geen afgang gehad. Om die te bevorderen zette ik een Lavementdaar een goede ontlas ting op volgde maar onder 't drukken om den afgang te maken, werd zyn fpraak belemmerd zo dat hy fommige woorden niet kon uitbrengenmaar eni ge fprak hy noch duidelyk. Alle zyne andere zintuigen bleven onberoerd, en den volgenden nagt bragt hy zeer rustig door, en een weinig dun voedfel ge bruikende vond men by het verband al les zeer wel. Den 22. dito vond ik by het verband noch een diep fchuilend fragmentvan de onderfle tafel afge- fcheiden de dura mater drukkende en kwetfendedit zeer diep onder de bo- venfte tafel verborgen zynde, brak ik het echter door een Elevatoriim losen nam het uit na 't verband weder gere geld als te vooren aangelegd te hebben was hy 't overige van den dag zeer wel. Maar des nagts overviel hem een ge weldige hoest, die hem weinig had doen rusten, en waardoor zyn hoofd zeer ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 252