maar al fpoedig in brasferyen en dronkenfchap-
pen veranderdenzoo dat het meer Bacchus-
feesten dan gcdachtenisfen van Martelaaren
en Heiligen werden, waar tegen de Oudva-
der augustinus zich reeds in zynen tyd ver-
zettede, en welke het Concilie onder Paus
eugenius den 111 daarom noodig oordeelde
geheel aftefchaffen.
Dan die Canon heeft op onze kermisfen
geen verbindende kracht, en 't gemeene volkje
leeft veel meer naar het voorbeeld van dien
foldaat Rundigerus, van wien alkemade (e)
verhaalt.dat hy alle kermisfen bezocht, al
leen om dat hy 'er goeden wyn vond en
op veelen zou men noch konnen toepasfen
't geen wy by van loon (f), omtrent
de Thielenaars, vinden aangeteekend dat zy
al in den vroegen morgen aan 't drinken wa
ren en den grootsten lof gaven aan hun, die
met 't meeste geraas anderen tot gekheden en
drinken aanzetten hier toe bragten zy hun
geld by den anderenhier toe maakten zy
drinkgelagen en hoe grooter feestenhoe
dapperer zy den beker ligtten. Laaten de
kroegenen herbergen, ftraaten en wegen,
voor my dit beveiligen, gelyk zy tevens een
bewys van gepleegd wordende hoerery en
overfpel zullen konnen opleveren. Ik weet
weldat dit by de hef van 't volk wel 't meest
in 't openbaar plaats heeft en dat ditzoo
wel als de daar uit geboren wordende krak-
keelen en vechteryen de reden waren, waar-
4 om
(e} Nederl. Displegtigheden I deel kap. 31 16.
(0 Van de kermisfen bl. 71.
XXIII