GENEZENE HOOFDWONDEN. 197 had, maar niet zo fterk als de vorige, ook had dezelve geen hinder gedaan inde beweging. Ik deed hem weder een ader lating en hoewel de Excoriatie noch niet geheel gedroogd was, ging hy zonder enig letfel den 22. Juny te voet na zyns Heeren buitenplaats een goed uur van deze Had gelegen. Men had voor zyn vertrek gezien, dat hy reeds met den arm een zwaren emmer kon dragenen met den duim en vingeren een fpeld kon opvatten. Voor zyn vertrek bezorgde ik, dat de plaats van zyn hoofd-wond over dekt was door een met zeem-leder gevuld plaatje, 't welke hy noch enigen tydna dat de Excoriatie geheel gedroogd was heeft gedragendoch om 't verfchuiven hem ongemakkelyk wordende, heeft hy het afgelaten, zonder dat het hem hin dert. De been-wond is niet als voor een ge deelte naby den randbeenig verenigd,'t midden is zagt geblevenzodanig dat men heden noch zien en voelen kan de bewe ging der herfenen en die der vaten. De be weging van arm, hand en vingeren, die ik noch enigen tyd liet linieeren met ol. palmis zo verre herfteld, dathy be kwaam is om al het ftalwerk te kunnen N 3 ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 271