198 G. GREEVE OVER verrigten. Enige weinige malen heeft hy noch een Convuljive beweging in zyn rechter arm en been gehadzodat hy (hoewel prefent blyvende) echter niet kon blyven liaanmaar dit toeval veel minder komende, zag ik hem nu (zynde den 9. April 1774) vry wel en zeer gezond. Het blykt uit dit geval, dat het de Heelmiddelen niet zyn, op wier ver trouwen men de genezing moet zoeken immers heb ik in 't geheele beloop niet dan maar tweemaal dezelvemet nadeel gebezigd: 't droog plukfel alleen heeft ae leiding van de natuur gevolgdmaar dit zoude van even zo weinig nut ge weest zyn als 't andere, zo een wel be reid verband, de konst-plaat, en pluk fel-ring niet altoos behoorlyk gefteund haddenen hoe zeer ik in 't vorige ge val geleerd hadwat nut ik daar mede doen kon, zo heeft het noch geen ver- gelyk by 't gene ik in dit geval daar van ondervonden hebbe, en te veelmalen in het beloop van deze Waarneming aangehaald is, om weder te herhalen. En indien deze Waarnemingen het ge luk mogten hebben, om 't nuttige daar van te leeren en tot een voorbeeld te die-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 272