MEDELYDENHEID DER DEELEN. 215
zig nog de tweede tak van 't vyfde paar
met het harde gedeelte der gehoorze
nuw op twee plaatfenals eerftelyk
door middel van de rami najales fupe-
riores postici|welke de ramus vidianus
afgeeft; ten anderen door middel van
de ftam van dezen tak zelfs, wanneer
dezelve uit het foramen orbit are infer lus
te voorfchyn komt, en zig in verfchei-
dene takken op de wang verfpreidt. Zo
dat de tak van 't vyfde paar gemeen-
fchap heeft met het zesde en zevende
paar zenuwen.
XX. De derde tak van 't vyfde
paar of ramus maxillaris inferior veree-
O 4 nigt
fchenribbige zenuw hier integendeel fchvnt tc
eindigen; waarby zig ook winslouw voegt. Zie
zyne Expsjirion Anatomique Traité des nerfs 3 57
360. Zo heeft nogtbans dc beroemde mecicel
aangetoond dat de gemelde takjes van 't vyfde en
zesde paar dc wortels zyn van de tusfehenribbige
zenuwen. De rede, die hy hier van geeft, is
eerstelykdat de ramus vidianus veel dikker is op
die plaats, alwaar dezelve uit het ganglion Sphenopa
latine» te voorfchyn komt; ten anderen bewyst hy
zulks uit de rigting van eenige takjeswelke uit
de ramus vidianus voortkomen voor dat dezelve
met het zesde paar zig verecnigtwelke takjes
de rami najales fuperiores postici genaamd wordenen
die zig met een takje van het harde gedeelte der
gehoorzenuw vereenigen. Zie Hist, de VAcadm
Rojal. des Sciences de BerlinVan. 1749, p. 88. VI.