xxvii
daar niet ,zoo wel als in andere groote Steden,
en het nooozaaklyke en het overtollige
Men voert hier noch tegen aandat onze
werklieden dien fmaak niet hebbenwelken
men by anderen vindt't kan zyndat dit om
trent fommige zaaken plaats hebbemaar in 't
algemeen gaat dit niet door en ook zou
die wel ras verbeterd wordenindien zy het
voorrecht hadden, koopers en betaalers te
vinden.
't Geen noch wel 't meest in voordeel
der Jaarmarkten dingen zoude, is, dat wa
ren 'er die niet, men dan gevaar zou loopen,
dat de winkeliers in de lieden Monopolis
ten zouden worden, en gelegenheid hebben
elk naar hunnen zin en ten duurften pryze
te doen betaalen mogelyk zou dit met den tyd
konnen plaats hebben omtrent zulke goede
ren, die aan zekere Gildensbepaald zyn; om
trent andere twyffele iken geloove dat het
nuttiger zyn zoude alle gildens af te fchaffen
en opentezetten dan nu aan een timmer
man te verbieden een fchrynwerker of wit-
werker te wezenlaat elk zyn best doen en
vry zyn, de deugd van 't goed en de minfle
pryzen lokken de koopersen wat zyn de gil
de-geiden, dan lasten voor de gilde - broe
ders en fondfen voor llempmaalen die den
tyd aan den arbeidsman ontneemen terwyl
hy die waarneemten 'er zynen op behaalden
roes uitflaapt. Doch deze Hof zoude my te
ver afvoeren van myn bedoeld oogmerken
het zoude ook thans de tyd niet zyn te on
derzoeken of de Monopoliën nuttig of fcha-
delyk