226 G. DE WITT OVER DE
ler (o) ons daar van voorbeelden op
leveren.
XXX. De ooren brengen uit hoof
de van de gemeenfchap der zenuwen
verfcheide deelen tot medelyden, ja
zelfs kunnen de oorpynen dikwils den
dood veroorzaken door de vereeniging
van het harde gedeelte der gehoorze
nuw met verfcheide zenuwen. XXI.
De oorpynen brengen fomtyds pyn
in de armen (p) te weeg, 't geen kan
afgeleidt worden uit de gemeenfchap
van het harde gedeelte der gehoorze
nuw met het tweede en derde paar der
halszenuwen XXI. en deze wederom
met
Co) Traeled. Boerhaav. Tom. IV. pag. 86. Not. gg.
Cp) Zo geeft hildanus een voorbeeld op
van een vrouw, welke van der jeugd af aan etter
uit de ooren ontlast had, en fomtyds daardoor
pynan in beide armen leedt. Obfervat. II. Cent. lil.
Hy geeft nog een ander voorbeeld van een meisje
van tien jaaren, welke al fpelende een glaze bol
letje in haar linker oor gekregen had, 't welk niet
alleen door pyn in den arm van die zelfde zyde,
inaar nog door verfcheide andere zware toevallen
gevolgd wierdt, als pyn aan die geheele zyde van
't hoofd, pynlykheid der geheele linkerzyde van
't ligchaam een droogen hoestopltopping der
maandftondenftuipen, vermagering en uitteering
van den linkerarm; alle deze toevallen hielden op,
wanneer men agt jaren daarna het bolletje uit het
oor haalde. Obferv, IV. Cent. I,