MEDELYDENHE1D DER DEELEN. 227 met de vier volgende parenwaaruit de armzenuwen geformeerd worden. XXIV. De oorpyn wordt dikwils verzeld met pyn in de keel en moeilykheid in de flikking, gelyk ook fomtyds de oorpyn een gevolg is van de keelontfteking; dit toeval kan verklaard worden uit de ver- eeniging van het harde gedeelte der ge hoorzenuw met den derden tak van het vyfde paar zenuwen XX, of ook wel door net harde gedeelte der gehoorze nuw alleen, waarvan eenige takjes in de keel en flokdarm zig verfpreiden. Hier uit kan ook afgeleidt worden de drooge hoest, welke 'er ontftaat, wan neer men al te diep in het oor peutert. XXXI. In de rotkoortfen doen 'er zig fomtyds twee verfchynfelen op welke onze opmerking verdienen, als de verduistering van 't gezicht, en de doofheid. Om hier van eenige rede te geven dient men op te merkendat 'er in deze ziekte eene vuile fcherpe doffe in de eerde wegen huisvest. Het tus- fchenribbige en het dolende paar nu hebben hunne vdomaamfte verdeeling in den onderbuik door middel van de P 2 gan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 301