230 G. Ï)E WITT OVER DE tong verfpreiden XX en XXII. (r). XXXIV. Er zyn voorbeelden dat fomrmgenna een overtollig gebruik van fpyzen blind, en na de fpysver- tering wederom ziende wierden. Dit toeval kan mede door de zenuwen ver klaard worden. De maag, welke 'er zeer veele ontfangt van het dolende en tusfchenribbige paar, wordt door de veel heid van fpyzen zeer opgevuld, waar door I (f"> Schoon ik bewezen heb, dat deze zintui gen uit hoofde van medegevoel door middel van de aangewezen gemeenfehap der zenuwen in haare werking kunnen verhinderd worden; zo zoude men kunnen vragen, dewyl ik eene prikkelende doffe in de cerfte wegen als de werkende oorzaak van deze prikkeling aangemerkt heb XXXI waarom wy dan in andere ziekten daar ook de eerde wegen zeer vervuild zyn, deze zelfde ver- fchynfelen. ten minden zo dikwilsniet zien te voorfchyn komen? Hier op kan men antwoorden, dar in dit geval de zondigende dofte in de eerde wegen van ee'n zo fcherpen cn loogzoutigen aart is, dat zv daardoor het ligchaam van deszelfs krag- ten of zihtuiglyke bewerkingen vermindert of be rooft, 't zy zulks gelchiedt door 't medegevoel gelyk wy reeds betoogd hebben't zy zulks ge- fchiedt door verplaatfing van dofte, 't zy door vermenging van 't bcdorvene met onze vogten, of door ontaarting van dc vogten in 't gemeen waardoor te weeg gebragt wordt, dat de dierlyke geesten niet zodanig afgèlcheiden wordenals het wel behoorde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1776 | | pagina 304